10 Feiten Over Diabetes Bij Honden

Net als mensen kan komt diabetes ook bij honden voor. De medische term hiervoor is diabetes mellitus. Deze ziekte is normaal gesproken goed te beheersen als er op tijd wordt gehandeld.

Als je een hond met suikerziekte niet goed of op tijd behandel dan kan hij erg ziek worden.

Hij zal zo zwak, ziek en misselijk worden dat hij stopt met eten en drinken. Ook kan hij gaan overgeven en gaan stinken.

.

Wat is diabetes bij honden?

Bij diabetes wordt er te weinig insuline door het lichaam opgenomen. Het gevolg is een te hoog insulinegehalte. Insuline is suiker dus we spreken ook wel van een te hoog suikergehalte.

Normaal gesproken neemt het lichaam suiker op in het lichaam door de werking van de alvleesklier. De medische term voor alvleesklier is de pancreas. Deze klier heeft 2 functies:

1. Endocriene functie; dit zorgt ervoor dat er hormonen worden geproduceerd
2. Exocriene functie; het aanmaken van verteringsenzymen

Bij suikerziekte werkt de eerste functie niet of niet optimaal.

De alvleesklier moet ervoor zorgen dat insulinehormonen en glucagonhormonen worden aangemaakt in de eilandjes van Langerhans.

Dit zijn cellen die insuline aanmaken en in groepjes bij elkaar zitten.

Als de endocriene functie van de alvleesklier niet goed werkt ontstaat er een tekort aan insuline. Hierdoor wordt suiker niet meer goed opgenomen in de cellen. De glucose blijft hierdoor in het bloed waardoor een te hoog suikergehalte kan worden gemeten. Ook worden de waarden zichtbaar in de urine. Dit laatste kun je gemakkelijk thuis testen met een urinetest.

Welke soorten suikerziekte zijn er?

Type 1

Ruim 50% van de honden met suikerziekte heeft diabetes type 1. Dit komt vooral voor bij honden die wat ouder zijn, vanaf ongeveer 3 jaar. Er wordt te weinig insuline aangemaakt in het lichaam. Dit wordt veroorzaakt doordat de alvleesklier de insuline-producerende cellen afbreekt waardoor zij hun werk niet meer kunnen doen.

Het gevolg hiervan is dat de insuline niet of minder goed in het lichaam wordt opgenomen en het suikergehalte in het bloed te hoog wordt.

Type 2

Bij dit type wordt er wel voldoende insuline in het lichaam aangemaakt maar reageren de cellen in het lichaam niet of nauwelijks. Hierdoor is het suikergehalte in het bloed alsnog te hoog. Dit type diabetes komt in minder vaak voor bij honden dan type 1 maar komt bij katten juist het meest voor.

Type 3

Sommige hormonen in het hondenlichaam kunnen ervoor zorgen dat het lichaam niet optimaal reageert op de aangemaakte insuline. Het gevolg is dat de alvleesklier extra hard moet werken om ervoor te zorgen dat er niet te veel insuline aanwezig en het glucosegehalte niet te hoog wordt. Door dit harde werken raken de cellen uitgeput waardoor een tekort aan insuline ontstaat.

Type 4

Dit type komt alleen bij teefjes voor en wordt ook wel zwangerschapsdiabetes genoemd. Het hormoon progesteron veroorzaakt deze soort van diabetes. Progesteron wordt in de eierstokken aangemaakt op het moment dat het teefje loops is en in de maanden hierna. Ook medicijnen die loopsheid proberen te voorkomen kunnen hier invloed op hebben. Gesteriliseerde teefjes hebben er geen last van.

Diabetes hond: Wat zijn de oorzaken?

Diabetes mellitus kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder een korte opsomming van de meest voorkomende aanleidingen. Lees voor een uitgebreide uitleg over de achterliggende oorzaken ons artikel over de meest voorkomende redenen.

• Ziekte van Cushing; hierbij maakt de bijnier te veel cortisol aan.
• Loopsheid teefje; een gevolg van loopsheid kan zwangerschapsdiabetes opleveren.
• Overgewicht; door te weinig bewegen komt de hond aan en kan het minder goed verwerken van suikers in het lichaam problemen geven.
• Erfelijkheid; suikerziekte kan erfelijk zijn, ook bij huisdieren. Dit kan het gevolg zijn van ziekte in de hondenfamilie of door meer aanleg wat door het ras wordt veroorzaakt. De Yorkshire Terriër heeft bijvoorbeeld een veel grotere kans om diabetes te krijgen dan bijvoorbeeld een Duitse Herder of Boxer.
• Alvleesklierontsteking; de alvleesklier maakt te weinig insulinehormonen aan.
• Medicijnen; sommige medicijnen hebben bij langdurig gebruik effect op het suikerhuishouden in het lichaam van je viervoeter. Het vaakst komt dit voor bij onderstaande medicijnen.
• Antiloopsheid; dit geldt alleen voor teefjes.
• Ziekte van Addison; de bijnieren werken onvoldoende waardoor er te weinig glucocorticosteroïden worden aangemaakt.

Welke symptomen van diabetes kun je herkennen?

Symptomen doen zich in verschillende gedaantes voor. Zo zijn er een aantal gedragskenmerken die kunnen duiden op suikerziekte, maar ook fysieke zichtbaarheden kunnen hier een gevolg van zijn. Hieronder de meest voorkomende symptomen:

1. Je hond plast ineens veel (meer dan voorheen)
   1. Dit kunnen ook ongelukjes in huis zijn
2. Meer dorst hebben en meer drinken
3. Sloomheid of lusteloosheid; je huisdier heeft minder energie en loopt langzamer dan normaal
4. Overgeven; komt vaak in een later stadium voor
5. Veel eten maar niet aankomen
6. De vacht ziet er slechter uit
7. Ketoacidose; je hond ruikt vreemd. Dit komt vaak voor als er een lange tijd te weinig insuline wordt gegeven of in het geval dat de ziekte er is zonder dat dit is geconstateerd of behandeld. Ga bij ketoacidose direct naar je dierenarts.
8. Troebele ogende ogen, ook wel staar genoemd

Bovenstaande kenmerken kunnen duiden op diabetes. Herken je een of meerdere van de bovenstaande punten dan is het van belang je dier laten testen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Als je het vermoeden hebt dat je hond suikerziekte heeft dan is het van belang dit vast te stellen of uit te sluiten. Dit kun je doen op twee manieren.

1. Een thuistest kopen en de urine controleren
2. Naar de dierenarts gaan en een officiële diagnose laten stellen.

Met een thuistest controleer je of er afwijkende waarden in de urine zitten. Dit kan handig zijn omdat je deze zelf kunt doen en niet direct naar een dierenarts hoeft.

Honden vinden dit vaak vervelend. Wijst de test erop dat er sprake is van afwijkende waarden ga dan naar de dierenarts.

Voor een officiële diagnose en behandelplan ga je naar de dierenarts. Deze controleert het bloed en stelt het glucosegehalte vast.

Het glucosegehalte wordt bepaald in millimol per liter, de afkorting hiervoor is mmol/l. Normaal gesproken heeft een hond een gezonde waarde die zit tussen de vier en de zes mmol/l. Wijkt de waarde sterk af dan kan diabetes mellitus worden vastgesteld. In veel gevallen wordt de test meerdere malen uitgevoerd zodat kan worden uitgesloten dat het slechts een momentopname betreft.

Behandeling van een hond met suikerziekte

Gelukkig is suikerziekte goed te behandelen. In samenspraak met de arts stel je een behandelplan samen. In de meeste gevallen zal je twee keer per dag een insulineshot moeten geven.

Lees hier ook adviezen over wat je kunt doen als je hond suikerziekte heeft.

Afhankelijk van de oorzaak kun je zelf ook andere maatregelen nemen. Zorg bijvoorbeeld voor voldoende beweging en voor een gezond dieet.

Ook tijdens de hele behandeling is het verstandig om periodiek het suikergehalte te testen. Dit kun je laten doen door een keer in de een tot drie maanden naar de dierenarts te gaan. Met een thuistest kun je wekelijks of om de twee weken in de veilige omgeving van je dier de waarden meten.

Gevaren van het uitblijven van een behandeling

Een zieke hond moet worden behandeld. In veel gevallen heeft de eigenaar niet door dat er wat aan de hand is met het huisdier. Dit kan ernstige gevolgen voor de viervoeter hebben. De symptomen zoals eerder beschreven blijven bestaan en kunnen zelfs verergeren. Eventueel kan dit zorgen voor nieraandoeningen of hart- en vaatziekten.

Conclusie

Diabetes bij honden is goed te behandelen. Zorg wel dat je er op tijd bij bent als je hond diabetes heeft. Hoe eerder je begint met de behandeling des te beter het effect heeft en hoe gezonder je hond kan leven.